COLUMN

Oordelen over elkaars werk, als dat maar goed gaat…

De pot verwijt de ketel… een oud gezegde dat nog steeds opgaat. Als er meerdere technisch specialisten bij een probleem betrokken worden, kan het gauw misgaan.   Zo ook in deze zaak:

De turbo van de Porsche van (Jansen, eiser in de zaak)  gaat kapot. Jansen biedt de turbo ter revisie aan bij gedaagde (de revisie-specialist X)  De eerste partij..

Jansen laat de turbo na de uitgevoerde revisie weer in de Porsche plaatsen door garage A.  De tweede partij..  Na een aantal maanden ontstaan er motorische mankementen aan de Porsche en Jansen laat de auto onderzoeken door dezelfde garage A.  Die concludeert in haar rapport dat de revisie door X ondeugdelijk is uitgevoerd. Ondermeer dat de bevestigingsmoer van het turbinewiel niet of in ieder geval onvoldoende is vastgezet. A stelt een schadebedrag van EU 4447,- vast.

Revisiebedrijf X stelt vervolgens aan Jansen voor om de turbo te laten vervangen door een andere firma (APP), een specialist op het gebied van Porsches. De derde partij…  Echter, APP stelt dat er onderdelen in de auto zitten die er niet vanuit de fabriek in behoren te zitten en ontdekt tevens dat er sprake is van een vals chassisnummer. Op basis van deze bevindingen heeft APP niet echt zin meer in de opdracht en staakt de werkzaamheden. 
X  trekt zijn voorstel tot vervanging van de turbo weer in. Tevens wordt de Rijksdienst voor het Wegverkeer door APP ingeschakeld. De vierde partij….  Die kan de identiteit van de Porsche niet vaststellen en besluit het kentekenbewijs in te trekken. Het loopt behoorlijk uit de hand.

Jansen blijft erbij dat de revisie door X ondeugdelijk is uitgevoerd ( vlgs.  rapport van A) en dat de schade door APP moet worden hersteld, zoals met X afgesproken. Jansen dreigt dat als X weigert, hij de herstelwerkzaamheden zal laten uitvoeren door een zelf gekozen partij en alle kosten daarvan op X zal verhalen.

X  laat ter zitting weten geen vertrouwen te hebben in de juistheid van het rapport van A en stelt dat er aan de Porsche is gesleuteld door ondeskundige monteurs van A.

Het Hof Amsterdam geeft X hierin gelijk; het rapport bevat onder meer geen enkele vermelding van de  onjuiste chassisnummers.  Tevens heeft A in het rapport bepaalde technische termen met elkaar verward. Ergo; het rapport van A rammelt aan alle kanten.  Hiernaast kan volgens het Hof ook niet worden uitgesloten dat de onderdelen achteraf zijn gemonteerd. In dit verband speelt ook het feit mee dat de RDW de ware identiteit van de Porsche niet vast heeft kunnen stellen.

Het Hof acht dan dat ook de stellingen van Jansen onvoldoende zijn onderbouwd en dat niet kan worden aangenomen dat gedaagde X de revisie van de turbo ondeugdelijk heeft uitgevoerd zoals door A  is “vastgesteld” . 

Bijzonder aan deze zaak is dat verschillende specialisten gevraagd en ongevraagd oordelen over elkaars werk. Garage A over het werk van revisie-specialist X en APP over dit rapport van A.  En de RDW over de legaliteit van de registratie naar aanleiding van het rapport van APP.   Iedereen begrijpt dat de achterliggende belangen al gauw vaag worden.   Resultaat van deze zaak: X, APP en A hoeven niet na te komen, Jansen blijft zitten met de schade en kosten.  En zal ook nog aan de RDW uit moeten leggen hoe het met de registratie zit.

Veel partijen, veel rapporten, veel gedoe…

Albert S. Oegema

Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Ut elit tellus, luctus nec ullamcorper mattis, pulvinar dapibus leo.

Connect