De U-bocht bij BPM is scherper dan u denkt..
Met de belastingdienst kan men over alles en eindeloos strijd voeren en niet zelden gaat het over principiële kwesties, niet zozeer over het bedrag. Zo ook in de navolgende zaak betreffende de BPM heffing over een nieuwe auto, aangekocht in Duitsland en geïmporteerd in Nederland. Uiteraard komt de inspecteur de BPM ophalen.. Toch kwam er juridisch gedoe, wat was hier aan de hand ?
De eigenaar van de auto, hier: De Groot, heeft bij een Duitse autodealer in december een mooie, nieuwe auto gekocht. Deze is aansluitend toegelaten tot de openbare weg. De afspraak wordt gemaakt dat de levering een half jaar later plaatsvindt, eind juni. In de tussenliggende periode mag de autodealer de auto voor presentaties (in de showroom) gebruiken. Er zal zeker een mooie prijs zijn overeengekomen… De Groot gaat ervan uit dat de auto, vanwege de presentatie-inzet door de dealer en het halfjaar tijdsverloop, als gebruikt mag worden aangemerkt. Daar denkt de inspecteur anders over.
Feiten: Op de factuur die is opgemaakt bij de levering van de auto eind juni is een kilometerstand van 10 vermeld. De Groot is, na aflevering vanuit Düsseldorf naar zijn woonplaats in Nederland gereden. Daarna heeft De Groot nog 12,5 kilometer gereden in verband met een bezoek aan zijn schoonmoeder. Vervolgens is De Groot op 2 juli vanaf zijn huisadres naar een keuringsstation van de Rijksdienst voor het wegverkeer (RDW) gereden.
De Groot doet op 2 juli aangifte BPM t.b.v. de registratie van de auto in het Nederlandse kentekenregister. Bij de berekening van de verschuldigde BPM is De Groot ervan uitgegaan dat het gaat om een gebruikte auto . Volgens de aangifte is, na toepassing van de afschrijvingstabel, een bedrag van € 17.549 aan BPM verschuldigd.
Een medewerker van de RWD heeft op 2 juli een tellerstand van 37 kilometer waargenomen en deze tellerstand op het formulier ten behoeve van de BPM-aangifte genoteerd. Voorts heeft de medewerker geen visuele gebruikerssporen geconstateerd. Op het formulier ‘dossiervorming’ is de staat van de auto omschreven als ‘nieuw en ongebruikt’. Als gevolg daarvan heeft de inspecteur de hogere naheffingsaanslag en beschikking belastingrente aan belanghebbende opgelegd.
In geschil is of sprake is van een gebruikte auto dan wel van een nieuwe auto. Het bedrag van de naheffingsaanslag is op zichzelf niet in geschil. Ook hier ging het om de principiële opstelling.
Bij de U-bochtconstructie wordt een nieuw te leveren auto eerst op een buitenlands kenteken gezet om vervolgens als gebruikt voertuig te worden geïmporteerd. Omdat bij import een lagere waarde van het voertuig wordt aangegeven, resulteert dit in een lagere BPM. Vaak wordt een afschrijvingstabel of taxatierapport overlegd. De belastingdienst bestrijdt deze constructie door niet zomaar te accepteren dat een in het buitenland op kenteken gestelde auto ‘gebruikt’ is. De Hoge Raad bevestigt dat de toepassing van de U-bochtconstructie onder de huidige wetgeving er niet toe leidt dat sprake is van een gebruikte auto. Van belang is onder andere de zeer lage kilometerstand, de korte registratieperiode in het buitenland en het moment waarop een koopcontract is gesloten.
De rechtbank gaf de inspecteur gelijk, de auto diende voor de BPM als “nieuw en ongebruikt” te worden aangemerkt. Immers, de eerste registratie vond plaats na het sluiten van de koopovereenkomst. Het betrof toen dus een nieuwe auto. De beperkte kilometers die de gemachtigde namens belanghebbende voorafgaand aan de aangifte heeft afgelegd zijn, op 12,5 kilometers na, uitsluitend kilometers in het kader van het vervullen van de formele verplichtingen waaraan belanghebbende moet voldoen om de auto op de openbare weg in Nederland te mogen gebruiken. Dat maakt het zeker geen gebruikt voertuig. Daarbij, de auto verkeerde in nieuwstaat en kon niet als gebruikt worden aangemerkt. Tenslotte, ook de verklaring van de autodealer dat de auto als ‘Ausstellungsfahrzeug verwendet’ is, bracht de rechter niet op andere gedachten. Want, zodanig gebruik kan ook inhouden dat deze alleen in de showroom van de autodealer wordt tentoongesteld.
Helaas dus, voor De Groot. Mogelijk “voordeeltje” voor De Groot is dat hij als eerste eigenaar niet in een gebruikte auto rijdt… dat moet toch goed voelen?
Albert S. Oegema
Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Ut elit tellus, luctus nec ullamcorper mattis, pulvinar dapibus leo.